POP 05-06-2011 + evaluatie
De afgelopen periode heb ik stage gelopen in de kleuterklas op de basisschool de Mijlpaal. Vooraf heb ik een POP gemaakt en na een aantal weken heb ik geëvalueerd op de leerdoelen die ik in het POP opgesteld had. De stage is nu bijna klaar en om voor de nieuwe stage een pop op te kunnen stellen is het belangrijk dat ik de leerdoelen van deze stage evalueer. Ik doe dat door middel van het START principe.
Leerdoel 1: Ik kan het onderwijs aanpassen aan het individu
Het advies van de assessoren was om mij te gaan richten op de didactiek van de verschillende vakgebieden. Hoe bied ik de stof aan? Wat heeft het kind nodig? Hoe richt ik mijn onderwijs in? Hier ben ik in het 1e semester ook mee bezig geweest (na het assessment), maar wil ik mij op blijven richten. De Mijlpaal heeft Ontwikkelingsgericht Onderwijs en daarom heb ik aangevraagd om daar te kunnen stagelopen. Op Mijlpaal verwacht ik dat ik veel kan leren over hoe je het onderwijs aanbiedt gericht op het kind.
Specifiek
- Ik ben in staat om mijn lesvoorbereiding en uitvoering aan te passen op de ontwikkeling van het kind.
Meetbaar
- Ik heb mijn doel gedeeltelijk bereikt als ik in de lesvoorbereiding aantoon hoe ik differentieer tijdens de les.
- Ik heb mijn doel bereikt als ik de voorbereidde aanpassingen kan toepassen in de gegeven les. Dit wordt opgemerkt door mijn stagementor.
- Ik evalueer met de leerlingen in het spel om te kijken hoe hen verder kan uitdagen.
Actie
- Ik laat mij informeren door mijn stagementor over het niveau van de verschillende leerlingen. Ik vraag aan de stagementor hoe zij differentieert in de lessen en observeer haar acties tijdens de lessen die hij geeft.
- Ik stel vragen aan mijn stagementor over thematisch werken.
- Tijdens het spel observeer ik de leerlingen en daag ik hen uit voor nieuwe dingen.
- Tijdens het spel neem ik deel aan een activiteit met een leerling om te controleren wat het niveau van de leerling is.
- Wanneer ik lessen voorbereid verdiep ik mij in het onderwerp van de les om de stof makkelijker en moeilijker aan te kunnen bieden.
Realistisch
- Ik ben sterk in het voorbereiden van lessen. Ik zie geen belemmeringen om in de lesvoorbereiding na te denken over differentiëren.
- Het thematisch werken in het OGO is uitermate geschikt om dit leerdoel te bereiken.
- Door de feedback over dit onderwerp van mijn stagementor en mijn eigen evaluaties zal ik controleren of ik het leerdoel per les heb bereikt.
Tijd
- Tijdens de start van de stage stel ik veel vragen aan de stagementor om informatie te krijgen over het OGO en hoe zij de lessen laat aansluiten op het niveau van de leerlingen.
- De komende 8 weken ga ik hier aan werken. Daarna evalueer ik of ik het doel al bereikt heb of dat ik mijn acties moet aanpassen.
In mijn planning staat 28 maart als evaluatie moment.
(tussentijdse) Evaluatie leerdoel 1:
De afgelopen weken ben ik bezig geweest met het leerdoel door vragen te stellen aan mijn stagementor. Ook heb ik leerlingen geobserveerd en heb ik tijdens spel mee gedaan. Ook heb ik activiteiten met een groepje gedaan die op hun niveau waren. Dit heb ik in overleg met de stagementor gedaan. Het leerdoel heb ik gedeeltelijk bereikt.
Met mijn stagementor heb ik dit onderwerp besproken, ik vind het zelf nog lastig om tijdens het spel de activiteit aan te passen op het niveau van de leerling. Dit komt omdat ik vaak niet precies het niveau van de leerling kan inschatten.
Ik ga hieraan werken door de komende week 4 leerlingen te volgen. Zo krijg ik van hun een beter beeld ik kan ik voor hen activiteiten gaan ontwerpen.
Op 16 mei evalueer ik dit leerdoel weer.
Evaluatie leerdoel 1: leerdoel bereikt
Situatie
- Bij de tussentijdse evaluatie had het leerdoel nog niet helemaal bereikt.
- Ik had leerlingen geobserveerd en het niveau besproken met mijn stagementor.
Taak
- Mijn taak was om een aantal leerlingen gedurende 4 weken te volgen.
- Mijn stagementor gaf mij ook materiaal over hoe je vragen kunt stellen aan leerlingen en wat je daar mee kunt bereiken.
Actie
- Ik heb 4 leerlingen gevolgd, geobserveerd en activiteiten met hen gedaan. Dit heb ik telkens in de lesvoorbereiding beschreven.
- Ik heb het boekje over vragen stellen aan leerlingen bestudeerd. Ik heb hiermee geoefend tijdens de lessen.
Resultaat
- Het resultaat was dat ik een goed beeld kon vormen van de leerlingen die ik had gevolgd. Vooral tijdens het spel merkte ik wat ze al konden en welke rollen ze op zich namen.
- Door de theoretische kennis over vragen stellen toe te passen in de lessen waren de leerlingen meer betrokken. Ik kon meer gerichte vragen aan het individu stellen die bij hun niveau pasten.
Transfer
- Ik ben erg tevreden over mijn ontwikkeling op dit gebied. Dit is ook opgemerkt door mijn stagementor en opleider in de school.
- Ik heb geleerd om beter te kijken naar de leerlingen en mijn leerinhouden daarop aan te passen.
- Het oefenen met vragen stellen heeft mij zeer veel geholpen. Dit pas ik nu toe in veel situaties in de klas. Niet alleen tijdens lesjes, maar ook tijdens gesprekken met leerlingen die niet specifiek over een lesonderdeel gaan.
- Deze manier van vragen stellen, op het individu gericht kan ik gebruiken in alle klassen. Hierdoor laat ik de kinderen zelf vertellen en leer ik meer over hun ontwikkelingsniveau. Daardoor kan ik mijn lessen beter aanpassen aan het individu.
- De volgende periode zal ik hier nog steeds mee bezig zijn. Ik kan het nu met kleuters toepassen en wil het ook in de bovenbouw kunnen toepassen.
Leerdoel 2:
Ik ben in staat om een planning te maken en mijzelf daar aan te houden
Uit de evaluatie van het afgelopen semester bleek dat ik mijzelf niet aan de planning had gehouden. Daarnaast is het zo dat ik voor het assessment heel veel aan mijn portfolio heb gedaan. Dat is helaas op een lager pitje geraakt. Hierdoor houd ik mijn ontwikkeling niet goed meer bij. Ik ga er voor zorgen dat dit weer beter wordt door een planning te maken van mijn week en momenten in te plannen om aan het portfolio te werken.
Specifiek
- Ik kan in mijn week vaste momenten plannen om aan mijn portfolio te werken. Dit kan ik uitvoeren en bijhouden. Hetzelfde geldt voor evaluatie momenten van de pop.
Meetbaar
- Ik heb mijn doel gedeeltelijk bereikt wanneer ik elke week een planning kan maken.
Deze planning staat onder de pagina Planning en houd ik elke week bij. - Ik heb mijn doel gedeeltelijk bereikt wanneer ik elke week de planning kan volgen.
- Ik heb mijn doel volledig bereikt als ik de weekplanning kan ontwerpen, volgen en daarnaast mijzelf ook houdt aan de geplande evaluatie momenten.
Actie
- Ik maak een planning voor het komende semester, waarbij ik elke week vaste momenten plan om te werken aan mijn portfolio.
- Iedere zondag controleer ik of mijzelf die week aan de planning heb gehouden.
- Wanneer ik mijzelf niet aan de planning heb gehouden zorg ik dat de week erna mijn planning aanpas om het achterstallige werk in te halen.
Realistisch
- Tijdens mijn vorige studies heb ik nooit planningen op papier gemaakt. Ik plande mijn activiteiten in mijn hoofd en werk ook met een to do lijstje. Dit werkte altijd goed. Ik ben dus wel in staat om gestructureerd te werken. Echter is mijn week nu zo vol door de vele activiteiten dat ik nu merk dat ik slordig ben geworden.
- Door het komende semester een strakke planning op papier te maken kan ik weer een ritme krijgen en mijn structuur terug vinden.
- Ik plan een afspraak met Co om te bespreken hoe het is gegaan.
Tijd
- Ik heb mijn doel bereikt als ik voor de meivakantie nog steeds alles op orde heb en mijn planning nog bij houd en volg.
- Op 25 mei evalueer ik dit leerdoel.
Evaluatie leerdoel 2: leerdoel gedeeltelijk behaald
Situatie
- Ik had een planning gemaakt en het doel was om mezelf eraan te houden. Dit zorgt ervoor dat ik mijn ontwikkeling beter bij hield en niet alles op het eind moest doen.
Taak
- Mijn taak was om elke week een planning te maken en mezelf daaraan te houden.
- Ik had momenten gepland om mijn leerdoelen te evalueren, om mijn ontwikkeling te volgen en gericht te kunnen werken.
Actie
- Ik heb een planning gemaakt na het schrijven van het leerdoel. In het begin hield ik dit elke week keurig bij. Na een aantal weken heb ik niet meer een weekplanning gemaakt. Ik had wel de vast momenten aangehouden waarop ik aan mijn portfolio had gewerkt. Op het eind heb ik een planning over 3 weken gemaakt met alles wat ik nog wilde doen in mijn portfolio. Elke dag zou ik iets doen, zodat ik op schema bleef, dat was gelukt.
- Ik heb in mijn agenda data opgeschreven waarop ik evaluatie momenten zou doen. Deze momenten heb ik aangehouden en ik heb op tussentijds geëvalueerd op mijn leerdoelen.
- Mijn opleider in de school heeft met mij video interactie begeleiding gedaan. Dit hebben we 3 keer gedaan en paste bij mijn eigen schema om te evalueren.
- De evaluatiepunten na elke les heb ik als startpunt genomen voor de volgende les en daar concreet aan gewerkt.
Resultaat
- Deze periode heb ik mijn ontwikkeling goed bijgehouden en ben ik daar heel bewust mee omgegaan. Vooral door dit in mijn lesvoorbereiding bij te houden heb ik concreet gewerkt aan een aantal leerpunten en deze ook kunnen bereiken.
- Mijn stagementor en opleider zagen dat ik serieus werkte aan mijn ontwikkeling en konden ook duidelijk een ontwikkeling zien.
- Ik heb het niet volgehouden om een weekplanning te maken en te volgen. Daarom heb ik het niet helemaal gehaald. Echter is dit geen leerdoel meer voor de volgende periode. Ik heb namelijk wel mijn portfolio en ontwikkeling bij gehouden en dat was het belangrijkste. De structuur is dus wel terug gekomen. Ik heb daardoor geen weekplanning meer nodig. Het plannen van vast evaluatiemomenten zal ik wel blijven doen. Dit was erg prettig voor mij.
- De volgende stageperiode ga ik op dezelfde manier aan het werk en hoop ik op deze gestructureerde wijze klaar te zijn om in december/januari het slotassessment te doen.
Leerdoel 3:
Ik kan laten zien dat ik werk met uitgestelde aandacht en kan werken met het GIP-model.
Tijdens het assessment kwam naar voren dat ik over bepaalde onderwerpen nog niet voldoende wist om te kunnen laten zien in de lessen. Daarom ga ik mij daarin verdiepen.
Daarna kan ik deze methoden in het onderwijs toepassen.
Specifiek
- Ik ben mij bewust van klassenmanagement en weet hoe ik kan werken met uitgestelde aandacht en het GIP-model. Dit kan ik toepassen in mijn lessen.
Meetbaar
- Ik heb mijn doel gedeeltelijk bereikt als ik mij heb verdiept in de literatuur over deze onderwerpen.
- Ik heb mijn doel bereikt als ik de geleerde theorie toe pas in mijn lessen. Dit laat ik vooral zien tijdens mijn assessment.
Actie
- Ik ga mij verdiepen in het boek ‘Meer dan onderwijs’.
- Ik ga mij verdiepen in het boek ‘Vakbekwaam onderwijzen.’
- De geleerde onderwerpen uit de literatuur ga ik toepassen in de praktijk. Dit ga ik specifiek benoemen in mijn lesvoorbereidingen.
Realistisch
- In mijn planning neem ik momenten voor bestuderen van literatuur op.
- In de planning staan data waarop ik de boeken uit dien te hebben.
- Wanneer ik meer theoretische kennis bezit kan ik dit toepassen in mijn lessen.
- Ik zie geen belemmeringen waarom ik het niet zou kunnen toepassen.
Tijd
- Ik begin met het boek ‘Vakbekwaam onderwijzen’ en richt mij daarna op ‘Meer dan onderwijs’. Ik zal iedere week erin lezen en plan data waarop de boeken uit zijn.
- Het boek ‘Vakbekwaam onderwijzen’ heb ik 28 februari uitgelezen.
- Het boek ‘Meer dan onderwijs’ heb ik op 4 april uitgelezen.
Leerdoel 3: leerdoel (gedeeltelijk) behaald
Situatie
- Ik moest mij verdiepen in theorie over het onderwerp uitgestelde aandacht en het GIP-model. Tijdens het 1e asssessment bleek dat ik nog niet overal kennis over had.
- Het zou mij helpen om tijdens de les de modellen toe te passen.
Taak
- Mijn taak was op Meer dan Onderwijs en Vakbekwaam onderwijzen te lezen.
- In de les zou ik oefenen met het werken met uitgestelde aandacht.
Actie
- Ik heb mij verdiept in verschillende boeken, waaronder Meer dan Onderwijs en Vakbekwaam onderwijzen. Ik heb samenvattingen gemaakt, deze zijn heb ik ook gebruikt als bewijsstukken voor mijn portfolio.
- Tijdens mijn lessen heb ik geleerd om te werken met uitgestelde aandacht. Ik heb bijvoorbeeld een activiteit met een aantal kinderen gedaan, waarbij de rest niet naar mij toe kon komen. Daarbij had ik de leiding over de groep en was de stagementor uit de klas.
Resultaat
- Door het bestuderen van de theorie heb ik meer kennis over bijvoorbeeld klassenmanagement en hoe je onderwijs kan ontwerpen.
- Door de kennis heb ik kunnen oefenen om ook de vaardigheden te ontwikkelen om te werken met bijvoorbeeld uitgestelde aandacht.
- De stagedocent gaf mij veel ruimte om dit te doen en was regelmatig uit te klas. Hierdoor heb ik geleerd om leiding te geven aan groep, waarbij ik een specifieke les gaf aan een klein groepje en de rest zelfstandig kon werken.
Transfer
- Het bestuderen van theorie en dit toepassen in de praktijk heeft ervoor gezorgd dat ik veel geleerd heb en bewust bezig ben met wat ik in de les doe.
- Voor deze periode kan ik zeggen dat ik het leerdoel bereikt hebt. Echter wil ik dit uiteraard ook toepassen in de andere klassen. Ik verwacht dat ik voldoende kennis en vaardigheden heb ontwikkeld om dit ook te doen in de bovenbouw.
- Doordat ik manieren heb ontdekt om de groep te leiden (met uitgestelde aandacht) heb ik ook meer tijd om individueel gericht les te geven. Het is dus nuttig geweest om meerdere redenen.
Leerdoel 4: Ik heb een duidelijke interactie met de groep
Tijdens mijn bezoek van Jacqueline Bieger en het assessment kwam naar voren dat ik goed contact kon maken met de leerlingen. Vooral de interactie tussen mij en individuele leerlingen vonden zij sterk. Wanneer ik echter voor de klas sta vonden zij dat ik dit meer kan laten zien. Dit doe ik door mijn met mimiek te spelen en ook complimenten te geven aan de hele klas.
Specifiek
- Ik ben in staat om met mijn lichaamstaal en mimiek aan de groep te laten zien wat ik wil/hoe ik de les vind gaan. Dit ondersteun ik met specifieke woorden: ik zie dat jullie allemaal goed opletten.
Meetbaar
- Ik heb mijn doel gedeeltelijk bereikt als ik laat zien dat ik speel met mijn lichaamstaal en mimiek.
- Ik heb mijn doel gedeeltelijk bereikt als ik laat horen dat ik complimenten geef aan de groep.
- Ik heb mijn doel bereikt wanneer ik op video mijzelf zie als een docent die interactie heeft met de groep. Hierbij let ik op de reactie van de kinderen op mijn eigen handelen (zoals eerder genoemd).
Actie
- Ik laat mij op video op nemen om te kijken hoe de groep op mij reageert en hoe ik voor de groep sta.
- Ik licht mijn stagementor in over dit leerdoel en vraag haar om feedback.
- In de lesvoorbereiding stel ik doelen om bijvoorbeeld 5 groepsopmerkingen te maken. Daarnaast evalueer ik met de groep.
Realistisch
- Er is al aangegeven dat er video- begeleiding mogelijk is om mijn ontwikkeling waar te nemen.
- Op een video kan ik zelf zien hoe de groep op mij reageert en of ik ook mijn lichaamstaal aanpas tijdens de les.
Tijd
- Ik ga vanaf het begin van de stage voor mijn gevoel overdreven mijn lichaamstaal gebruiken. Zo wil dat de leerlingen mij ook snel leren kennen en duidelijk het verschil merken in mijn houding en bedoeling.
- Ik overleg met mijn stagedocent over de eerste video opnamen. Dit zet ik in mijn planning. Daarna kan ik het expliceren.
- Het leerdoel evaleer ik op 28 maart.
(tussentijdse)Evaluatie leerdoel 4:
Op 7 maart 2011 ben ik gefilmd door Taetske Wust, mijn opleider in de school. Hierbij hebben wij het bij het nabespreken gehad over de interactie in de groep. Op het videofragment is goed te zien dat ik een duidelijke interactie met de groep heb. Mijn stemgebruik is daarbij vooral erg duidelijk.
Ik zag nog te weinig dat ik complimenten gaf aan de leerlingen. De vorige stagedag heb ik dit ook besproken met mijn stagementor. Mijn leerdoel is nog niet volledig bereikt. Ik ga mezelf de komende weken erop richten dan ik duidelijke complimenten geef aan de leerlingen. Op 16 mei evalueer ik dit leerdoel weer.
Evaluatie leerdoel 4: leerdoel gedeeltelijk behaald
Situatie
- Tijdens de vorige stage was gebleken dat ik meer interactie kon laten zien met de groep. Dit was een belangrijk leerdoel tijdens de afgelopen stage.
Taak
- Mijn taak was om te zorgen dat mijn interactie met kinderen gefilmd werd, zodat dit ook zelf kon waarnemen en concreet kon evalueren.
- Mijn taak was om hiermee te oefenen in de klas.
Actie
- Ik heb tijdens de video interactie begeleiding specifiek gevraagd om de interactie tussen mij en de kinderen te filmen. Daarop hebben we toen ook geëvalueerd.
- Ik heb mezelf tijdens de lessen doelen gesteld om bijvoorbeeld een compliment te geven aan de groep tijdens een bepaald moment. Dat heb ik ook gedaan.
Resultaat
- Door de videofragmenten kon ik heel duidelijk zien welke houding in aannam en wat ik uitstraalde naar de leerlingen. Ik kon zien dat de leerlingen aandacht voor mij hadden en dat ik vriendelijk naar hen toe was.
- Ik kon ook zien dat ik erg geconcentreerd bezig was en soms een strak gezicht had. Dit hebben mijn stagementor en opleider mij ook als leerpunt meegegeven voor de komende periode. Ik mag meer expressie laten zien en laten zien dat ik geniet en kan lachen om de leerlingen. Ze zagen wel dat dit dat deed, maar het kon meer.
- Ik ben mij nu nog meer bewust van mijn interactie met leerlingen en ook met de groep. Ik probeer meer de groep aan te spreken op wat zij goed doen en dit zelf ook te voelen. Dat komt het aan bij de groep en voelt het echt als een compliment.
Transfer
- Het leerdoel heb ik nog niet helemaal behaald omdat ik nog meer expressie kan laten zien tijdens de lessen. Ik verwacht dat dit beter zal worden wanneer ik meer bekend met de leerstof en het niveau van de leerlingen. Mijn ervaring is ook zo met het geven van gymlessen. Nu heb ik veel meer plezier met leerlingen en geef ik meer complimenten aan de groep dan dat ik tijdens mijn stages deed. Je kan zeggen dat ik door oefening meer relaxt voor de groep sta en daardoor voor mezelf meer ruimte heb om het serieuze los te laten.
- De komende periode ga ik met het leerdoel verder.
Leerdoel 5: Ik geef de leerlingen ruimte tijdens de lessen
Ik ben een docent die graag de touwtjes in handen heeft. Mijn visie is dat ik leerlingen zelfstandig wil laten werken en hen het gevoel te geven dat zij ook zeker zelf verantwoordelijk zijn voor hun eigen ontwikkeling. Dit kan niet wanneer ik zelf de les domineer en weinig ruimte laat voor eigen initiatieven.
Specifiek
- Ik ben in staat om mijn leerlingen ruimte geven tijdens de les. Zij mogen zelf initiatief nemen voor een activiteit en ik geef differentieert les in plaats van klassikaal.
Meetbaar
- Ik heb mijn doel gedeeltelijk bereikt als ik in de lesvoorbereiding aantoon hoe ik ruimte over laat voor de leerling.
- Ik heb mijn doel bereikt als ik mijn les kan laten aansluiten op het niveau en daarbij ruimte laat om dit aan te passen (door gedrag leerling). De leerling laat ik dus bepalen hoe de activiteit eruit zien.
Actie
- Ik bedenk van te voren hoe ik ruimte kan laten voor de leerlingen om eigen initiatieven te nemen.
- In de stageklas werken ze met ‘inloop’ waarbij leerlingen zelf een activiteit kiezen. Hierbij ga ik observeren wat de leerlingen doen. Zo overtuig ik mijzelf ervan dat de leerlingen veel zelfstandig kunnen doen.
- Ik laat de leerlingen materialen opruimen of klaarzetten tijdens lessen waar nodig.
Realistisch
- Het is voor mij lastig om de controle los te laten. Ik denk dat ik zelf weet wat het beste is en vergeet daarbij soms de kracht van de leerling. Ik zal voor dit leerdoel dus zeker mijn best moeten doen.
- Door mijzelf te verdiepen in OGO en dit te ervaren kan ik zelf ervaren hoeveel leerlingen zelf kunnen welke resultaten dit zal opleveren.
Tijd
- Ik informeer de stagementor over mijn valkuil en vraag haar om feedback over mijn handelen als docent.
- Omdat dit doel voor mij belangrijk is en ook wellicht moeilijk om te realiseren neem ik ruim te tijd voor. Voor de meivakantie, op 25 mei evalueer ik dit leerdoel.
Evaluatie leerdoel 5: leerdoel bereikt
Situatie
- Ik wil minder zelf de touwtjes in handen hebben en meer vanuit de leerlingen laten komen. Dit is een rede geweest voor keuze van een OGO school. Daar ga ik oefenen om het vanuit het kind te bekijken en hun meer laten bepalen hoe het leerproces verloopt. Ik ga meer ruimte laten voor de leerlingen.
Taak
- Mijn taak is om op een OGO school stage te lopen en mijn leerdoel te oefenen.
- Daar kreeg ik van mijn stagedocent opdrachten om de leerlingen te betrekken bij de les en te kijken naar wat zij nodig hebben. Waarom zouden zij een bepaalde les willen doen?
Actie
- Ik kijk naar de leerlingen en naar hun interesses en niveau. Dit neem ik mee in de voorbereiding van mijn lessen.
- In mijn lesvoorbereiding heb ik aangegeven hoe ik ruimte laat voor leerlingen. Ik laat het van hun afhangen in welke richting de les gaat.
- Ik heb dit concreet geoefend, niet in alle lessen heb ruimte gelaten voor de inbreng van leerlingen. Hierdoor ben ik bewuster geworden van wat het doel van de les is en hoe dit te bereiken. Soms is het dan namelijk nodig om zelf de les in te richten.
Resultaat
- Het resultaat was dat mijn les soms anders ging dan dat ik van te voren had verwacht. Ik heb dan de les soms nog een keer gegeven en aangepast. Zo sloten mijn lessen steeds beter aan bij de leerlingen.
- Ik heb genoten van de inbreng van de leerlingen. Doordat het soms anders ging was ik soms verrast over de mooie dingen die de leerlingen zelf bedacht hadden of gemaakt hadden. Ik heb dus mooie leerprocessen kunnen waarnemen.
- Door het ruimte geven aan leerlingen waren zij erg betrokken bij de les en gemotiveerd. Dit was voor mij ook mooi om te zien en toverde ook bij mij een lach op mijn gezicht. Hierdoor waren leraar en leerling trots op het werk.
Transfer
- Ik heb geleerd om minder zelf de touwtjes in handen te willen hebben. Ik heb ervaren dat het oké was als de les niet ging zoals ik had bedacht. Vaak was het resultaat dat juist het mooist.
- Dit is zijn belangrijke momenten voor mij als docent geweest. In alle lessen met alle klassen zal ik dit blijven doen. Het zorgt voor plezier bij de leerlingen en zorgt voor gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het leerproces.
Maak jouw eigen website met JouwWeb