7. Vaardigheden
Niveau 1
De student analyseert verschillende onderwijsopvattingen en zet het af tegen zijn opvattingen over onderwijs.
Hij kan een discussie voeren over waarden en normen in het onderwijs met medestudenten.
De student kan mondelinge en schriftelijke feedback geven en ontvangen en kan kritisch kijken naar eigen handelen. De student kan voor zijn leraarschap relevante actuele, theoretisch en methodische inzichten verzamelen. De student kan een onderzoeksvraag opstellen.
Ik kan verschillende onderwijsopvattingen analyseren en dit afzetten tegen mijn opvatting over onderwijs
Ik zie positieve uitgangspunten in elke onderwijsvisie, maar denk soms anders over bepaalde werkwijzen. Mijn kennis over de verschillende onderwijsvisies heb ik aangetoond op de pagina Bewijs onderwijsconcepten voor competentie 3. Na bestudering van de onderwijsvisies heb ik bij elke vorm een punt gekozen dat mij aanspreekt. Vervolgens kon ik een eigen onderwijsvisie vormen en opschrijven na de anlayse. Dit is te lezen op de pagina Bewijs onderwijsopvattingen.
Ik kan mondelinge en schriftelijke feedback geven en ontvangen en kan kritisch kijken naar eigen handelen
Sinds de ALO ben ik bezig geweest met reflectie en ontwikkeling. Ik heb geleerd hoe je feedback geeft en ontvangt, zoals ik aangetoond heb bij Kennis 1. Door schriftelijke feedback van stagedocenten kan ik reflecteren en kritisch kijken naar mijn handelen. Op de ALO en pabo krijg ik vooral feedback van de stagedocenten en geef ik feedback aan leerlingen. Ook heb ik onderzoeken van medestudenten beoordeeld en hen feedback gegegeven. Op de pagina bewijs Feedback geven en ontvangen toon ik met een aantal voorbeelden aan hoe ik met feedback om ga.
Ik kan relevante actuele, theoretisch en methodische inzichten verzamelen
Als docent wil ik op de hoogte zijn ontwikkelingen op het gebied van onderwijs. Om dit te doen verdiep ik mij in boeken en ben ik lid van de KVLO en AOB. Van deze bonden ontvang ik bladen waarin de ontwikkelingen weergegeven worden. Dit heb ik gebruikt om mijn kennis over onderwijs en methodieken te verbreden en om daarmee dit portfolio te kunnen maken. Alle bewijzen (vooral de kennis bewijzen) tonen aan dat ik relevante, actuele, theoretische en methodische inzichten voor het leraarschap kan verzamelen.
Ik kan een onderzoeksvraag opstellen
Voor de ALO en de pabo heb ik verschillende onderzoeken gedaan. Hierbij heb ik geleerd om een goede onderzoeksvraags of probleemstelling op te stellen. Op de pagina Bewijs Onderzoek toon ik met verschillende onderzoeken aan hoe ik dat gedaan heb.
Niveau 2
De student kan aangeven wat voor zijn in het leraarschap belangrijk is en vanuit welke professionele opvattingen hij werkt. De student kan realistische doelen stellen, reflecteren op haar eigen handelen in relatie tot de klas en kan het handelen bijstellen. De student kan voor zijn leraarschap relevante actuele, theoretisch en methodische inzichten verzamelen, vergelijken, verwerken en evalueren. De student kan een bruikbare schriftelijke vragenlijst ontwikkelen, een mondeling (individueel of groeps) interview voorbereiden en een observatiemethode gebruiken. Hij kan (digitaal) verzamelde data zodanig bewerken dat het betekenisvolle conclusies oplevert in het licht van de geformuleerde probleemstelling.
Ik kan aangeven wat voor mijn leraarschap belangrijk en vanuit welke professionele opvatting ik werk
Tijdens het maken van dit portfolio ben ik aan het denken gezet over wat ik belangrijk vind als leraar. Door de verschillende onderwijsopvattingen die ik bestudeerd heb ben ik tot een eigen visie gekomen. in de verschillende bewijsstukken en beschrijven bij de attituden van verschillende competenties geef ik aan waarom ik iets belangrijk vind. In het stuk mijn visie op onderwijs ga ik daar dieper op in en beschrijf ik mijn kijk op het leraarschap vanuit verschillende punten.
Ik kan realistische doelen stellen, reflecteren op eigen handelen en in relatie tot de klas het handelen bijstellen
Door te werken met een POP en na de stagelessen mijn handelen te evalueren heb ik geleerd om te reflecteren. Ik kan doelen stellen en deze aanpassen waar nodig. Hierdoor kan ik betere lessen geven aan de klas en mijn doelen en handelen afstemmen. Dit toon ik aan in verschillende producten, deze zijn te vinden op de pagina bewijs reflecteren eigen handelen naar de klas.
Ik kan een bruikbare schriftelijke vragenlijst ontwikkelen, een mondeling interview voorbereiden en de verzamelde data zodanig bewerken dat het betekenisvolle conclusies oplevert
Voor mijn afstudeeropdracht van de ALO heb ik een tevredenheidsonderzoek uitgevoerd voor de Johan Cruyff Foundation. Daarin heb ik een schriftelijke vragenlijst opgesteld en gebruikt voor het kwantitatieve onderzoek en ik heb mondelinge interviews afgenomen voor het kwalitatieve onderzoek. Na de data analys kon ik een advies geven aan de Johan Cruyff Foundation. Het volledige verslag is hier te lezen.
Niveau 3
De student expliciteert zijn beredeneerde keuze wat betreft onderwijskundige opvattingen en onderwijsconcepten, in relatie met het beleid van de school en tegen de achtergrond van actuele ontwikkelingen in het onderwijs, wetenschap en samenleving. De student kan realistische doelen stellen, reflecteren op haar eigen handelen in relatie tot opvoeders, collega’s en andere professionals en kan het handelen bijstellen. De student kan voor zijn leraarschap relevante (internationale) actuele, theoretisch en methodische inzichten verzamelen, vergelijken, verwerken en evalueren in relatie tot de onderwijspraktijk.De student kan zelfstandig, en op systematische wijze, een praktijkgericht onderzoek uitvoeren. Hij kan de keuze van onderzoeksmethoden en de geldigheid en betrouwbaarheid van de onderzoeksresultaten op een zorgvuldige manier verantwoorden. Hij kan het onderzoek op een heldere wijze rapporteren en (digitaal) presenteren.
Ik expliceer mijn beredeneerde keuze wat betreft onderwijskundige opvattingen en onderwijsconcepten, in relate met het beleid van de school en tegen de achtergrond van actuele ontwikkelingen in het onderwijs, wetenschap en samenleving
In mijn visie is te lezen hoe ik tegen onderwijs aankijk en wat ik belangrijk vindt. Daarbij passen een aantal onderwijskundige opvattingen en onderwijsconcepten. Mijn visie is mede gevorm door het bestuderen van de verschillende onderwijsconcepten en door ervaringen op de verschillende stagescholen. In het stuk bewijs onderwijsopvatting in relatie beleid school vergelijk ik het beleid van de Joop Westerweelschool en de Mijlpaal met mijn eigen visie. Daarbij vergelijk ik hun uitgangspunten met de praktijk in de school en de actuele ontwikkelingen op het gebied van onderwijs, zoals handelingsgericht werken.
Ik kan realistische doelen stellen, reflecteren op mijn handelen in relatie tot opvoeders, collega's en andere professionals en kan het handelen bijstellen
Ik ben van nature kritisch op mijn eigen handelen en reflecteer hier vaak op. Tijdens de ALO en pabo ben ik regelmatig bezig geweest met reflecteren en doelen stellen. Zo had ik op de ALO ook intervisie en supervisie. Ik het eindverslag supervisie beschrijf wat dit voor mij betekende, ik heb toen regelmatig mijn gedrag geanalyseerd met behulp van transactionele analyse. Tijdens mijn minorstage bij de Johan Cryff Foundation ben ik ook bezig geweest met mijn handelen in relatie tot collega's en andere professionals. In de tussenevaluatie JCF is te lezen tegen welke punten ik aanliep en hoe ik daarna doelen heb opgesteld. Na de ALO voelde ik mij competent in reflecteren en ontwikkelen, zo beschreef ik ook mijn eindverslag van mijn lio-stage. Mijn kwaliteiten om kritisch te reflecteren op mijn handelen en het opstellen van realistische doelen heb ik ook gebruikt tijdens de pabo. Dit is te lezen op de pagina pop en zelfevaluatie. Omdat deze kwaliteiten bij mij als persoon passen zal ik als docent altijd bezig blijven met reflecteren op mijn handelen om een betere docent te worden en mezelf te blijven ontwikkelen. Dat hoort een goede docent ook te doen.
Ik kan voor mijn leraarschap relevante (internationele) actuele, theoretisch en methodische inzichten verzamelen, vergelijken, verwerken en evalueren in relatie tot de onderwijspraktijk
Tijdens de opleiding aan de pabo heb ik dit portfolio gemaakt. Om de verschillende competenties te ontwikkelen heb ik mij verdiept in verschillende actuele theorieën en methodieken. Door bijvoorbeeld het boek Handelingsgericht werken: een handreiking voor het schoolteam te lezen en een samenvatting van te maken verzamel ik informatie en vewerk ik deze. Deze informatie evalueer ik in relatie tot de onderwijspraktijk wanneer dit voor mij waardevol is. Ik heb bijvoorbeeld een theoretisch onderzoek naar OGO onderwijs gedaan om mij voor te bereiden op de stage op een OGO school (wat mijn eigen keuze was). Tijdens de stage kon ik de theorie ideaal vergelijken met de onderwijspraktijk. Met deze ervaringen ontwikkelde ik ook mijn vaardigheden. Zo heb ik onder andere door de stage in het OGO onderwijs geleerd te kijken naar de behoefte van het individuele kind en daarop mijn onderwijs afgestemd.
Een andere actuele methodiek die ik bestudeerd heb is het GIP model. Mijn enthousiasme voor dit concept zorgde ervoor dat ik dit in de onderwijspraktijk heb toegepast. Hoe ik dat heb gedaan en wat mijn evalutie daarop was is te lezen op de pagina evaluatie GIP model in onderwijspraktijk. Behalve de voorbeelden die ik heb beschreven heb ik meer theorie, onderzoeken en methodieken verzameld, deze zijn te vinden op de pagina vakdidactisch dossier. Daar heb ik ook verschillende methodes met elkaar vergeleken, zo heb ik met een aantal klasgenoten een methodisch onderzoek naar geschiedenismethodes gedaan.
Ik kan zelfstandig, en op systematische wijze, een praktijkgericht onderzoek uitvoeren
Voor de ALO en pabo heb ik enkele onderzoeken uitgevoerd. Op de pagina onderzoeksdossier is in overzicht te vinden van alle onderzoeken. Mijn afstudeeronderzoek dat ik voor de Johan Cruyff Foundation heb uitgevoerd was sterk praktijkgericht. Het doel was om een evenement te verbeteren en daarvan heb ik zelfstandig deelnemers geïnterviewd en enquetes gemaakt. Het volledige onderzoek is hier te lezen. In dit verslag komen mijn analytische kwaliteiten naar voren en zorgvuldigheid. Ook komen mijn doelgerichte kwaliteiten naar voren, ik had de stage namelijk in een half jaar gedaan en mijn scripite ook al in januari af (waar juni gebruikelijk is). Dit toont aan dat wanneer ik iets wil er hard voor kan werken en het zo kan plannen dat ik een goed product aflever in een bepaalde tijdsperiode.
Ik kan de keuze van onderzoeksmethoden en de geldigheid en betrouwbaarheid van de onderzoeksresultaten op een zorgvuldige manier verantwoorden
Voor mijn afstudeeronderzoek moest ik eerst een voorstel inleveren om goedkeuring te krijgen tot uitvoeren. In het voorstel verantwoordde ik de keuze van de onderzoeksmethoden op basis van theoretisch onderzoek. In het verslag (bovenstaand) blijkt mijn zorgvuldige werkwijze. Deze had ik vooraf onderbouwd met het onderzoeksvoorstel.
Ik kan het onderzoek op een heldere wijze rapporteren en (digitaal) presenteren
Uiteraard moest ik miMijn onderzoek heb ik digitaal gepresenteerd met behulp van een powerpoint presentatie.
Samen met drie klasgenootjes heb ik een onderzoek gedaan over Ontwikkelingsgericht onderwijs. Daar hebben wij toen ook een presentatie over gegeven bij leerpraktijk. Het verslag is te is hier te lezen.
Deze voorbeelden en de eerder bewezen onderdelen tonen aan dat ik competent ben in het zorgvuldig uitvoeren van een onderzoek. Deze vaardigheden kan ik gebruiken wanneer ik een praktijkgericht onderzoek in de toekomst doe voor het onderwijs.
Maak jouw eigen website met JouwWeb