Bewijs actuele pedagogische opvattingen

Na het volgen van verschillende colleges pedagogiek door Miriam Klamer en bestudering van Meer dan onderwijs en Vakbekwaam onderwijzen heb ik de actuele pedagogische en didactische opvatting weerlegd.

 

Elke school heeft een pedagogische opdracht. Tegenwoordige gaat dit verder dan kinderen kennis bijbrengen. Men leert kinderen om zelfstandig deel te kunnen nemen aan de maatschappij. Sommigen vinden dat het onderwijs terug moet naar de basis en dat het gezag van de leraar terug moet komen. Hoe het onderwijs ingericht wordt is veel besproken in de politiek, een voorbeeld: als er overgewicht is, wordt er verwacht dat leraren er voorlichting over geven.

 

Terug naar de kern, wat zijn de pedagogische opvattingen in het onderwijs?

  • School is leer en leefgemeenschap
  • Ouders verantwoordelijk voor opvoeding
  • Basisschool als professionele instantie -  persoonsontwikkeling van kinderen - democratisch burgerschap
  • Elke school eigen visie op opvoeden & onderwijzen, vanuit pedagogisch-, onderwijskundig-, levensbeschouwelijk oogpunt.

 

Pedagogische opdracht van een school: waartoe willen wij kinderen opvoeden? Heeft implicaties voor keuzes school, in: inrichting, keuzes in opvoeding en onderwijs (methodisch/thematisch/didactische werkvormen).

 

Pedagogische taak: kinderen begeleiden bij menswording, ontwikkeling van zelfverantwoordelijke en zelfredzame individuen, die op een constructieve manier lid zijn van de samenleving, die bij het leren betrokken, sociale volwassenen worden.

 

Pedagogische opdracht vormt KERN van het onderwijs: van daaruit verder onderwijs vormgeven: wat zijn de belangrijke zaken die we kinderen willen leren? Hoe doen we dat? Welke doelen hebben we? Hoe uit zich dat in de omgang met kinderen en met elkaar?

 

“De taak van opvoeden en onderwijs is het realiseren van een leer- en leefomgeving waar de ontwikkeling van het individuele kind recht wordt gedaan door keuzevrijheid, zingeving, zelfstandigheid, creativiteit en betekenis geven te waarborgen en waar ontmoeting plaats vindt tussen verschillende (sub)culturen, zodat sociale en maatschappelijke betrokkenheid ontwikkeld wordt en waardeorientatie plaatsvindt.” (Alkema)

 

Onderwijs dient leeromgeving te bieden waarin ruimte is voor verschillende meningen, individuele keuzevrijheid. Leerprocessen moeten aanzetten tot zelf nadenken, kinderen leren een standpunt in te nemen (actief leren), mogelijkheid tot onderzoek en exploratie.

Onderwijs moet een leefomgeving creëren waarin kinderen zich veilig voelen, zich durven te uiten en waarin waarden en normen voorgeleefd en expliciet gemaakt worden.

Daarnaast zou binnen deze leeromgeving het samenwerken aan gemeenschappelijke doelen een duidelijke plaats moeten krijgen, zodat sociale verbondenheid tot stand komt.

 

Echter is er geen eenduidigheid over hoe je dit kunt bereiken. Tegenwoordig zijn er twee grote paradigma’s in het onderwijs:

  • Directe instructiemodel: programma gericht onderwijs (wortels in psychologische theorie van Herbart (1841)). Leerproces wordt gestuurd door instructie, leiding en controle van de leraar (psychologie van het kind minor)
  • Ontwikkelingsgericht leermodel, John Dewey (1952), Lev Vygotsky (1934), Bruner (1915): Leren is het oplossen van problemen vanuit persoonlijke betrokkenheid en in interactie met de omgeving. Psychologie van het kind is vertrekpunt. Taak leraar: leren uitlokken en begeleiden. Rijke leeromgeving.

 

Het is wel zo dat er een overeenkomst is bij de verschillende onderwijsvisie, zowel de nieuwe visies als EGO en OGO als de traditionele onderwijsvernieuwers als Montessori en Jenaplan gaan van kindgericht onderwijs uit. Enkel het programmagerichte onderwijs is curriculum gericht. Daarnaast moet het onderwijseen bijdrage leveren aan een harmonische ontwikkeling, het accent ligt op de pedagogische taak van de school, niet de kennisoverdracht werken op basis van een visie op ontwikkeling en leren

de rol van de leerkracht bij alle aspecten –begeleidend, rekening houden met...

Hieronder worden de recente ontwikkelingen toegelicht.

 

  • OGO: Ontwikkelings Gericht Onderwijs, Frea Janssen-Vos. Als reactie op samenvoeging kleuter- en lager onderwijs in 1985 -aandacht voor jonge kind. Begrip ‘basisontwikkeling’ geïntroduceerd voor onderwijs aan kleuters. Gaat uit van eigen ontwikkelkracht van het kind. Beïnvloed door Vygotsky. Zone van naaste ontwikkeling:kind kan vanuit eigen persoonlijke ontwikkeling leren wat op het randje van kunnen en niet kunnen ligt; stimulerende rol van leerkracht is van groot belang. Omgeving speelt bel. rol (volwassenen, rijke leeromgeving). Doel is emancipatie en brede ontwikkeling. Basisdoelen: nieuwsgierig zijn, emotioneel vrij zijn en zelfvertrouwen hebben.
  • EGO: Ervarings Gericht Onderwijs, Ferre Laevers, eind jaren ’60. Emancipatie als uiteindelijke doel van het onderwijs. Ontwikkeling valt en staat met geboeid zijn vd ll. Betrokkenheid: kernbegrip. Aandacht voor krachtige, stimulerende leeromgeving. Eigen initiatief staat voorop.
  • Adaptief onderwijs: Deci, Luc Stevens: drijvende kracht achter Adaptief Onderwijs Komt voort uit problemen die WSNS met zich meebrengen. Verschillen tussen leerlingen nemen toe, oude klassikale en leerstofgerichte onderwijs voldoet niet meer. Adaptief onderwijs is onderwijs dat elke leerling tot zijn recht laat komen, onderwijs waarin elke leerling zich op zijn plaats voelt. Maar ook onderwijs dat leraren beter past, waarin leraren zich beter thuis voelen. Ontwikkeling is een proces. Kinderen zijn van nature nieuwsgierig en leergierig. Drie basisbehoeften: behoefte aan relatie, competentie en autonomie.
  • (Iederwijs is net opgeheven)

 

 

Recente ontwikkelingen in het onderwijs:

 

  • Voortdurende onderwijsontwikkeling – direct gerelateerd aan veranderingen in de samenleving, de cultuur en de wetenschap. Toename van geweld (vandalisme, zinloos geweld, terrorisme) en de groeiende culturele pluriformiteit vragen om meer aandacht voor waarden en normen
  • Opkomst aandacht opvoeden tot democratisch burger
  • Ontwikkeling naar informatiesamenleving – ontstaan nieuwe vakgebieden als informatiekunde, comm. wetenschappen.
  • Facebook: 500 miljoen gebruikers (3e land ter wereld). Blogoland: 200 miljoen gebruikers (gorter dan Brazilie). India: per jaar 3x meer internetaansluitingen dan kinderen geboren. 500.000 applicaties op iPhone en Android. “Ik internet dus ik ben”
  • Overheid stimuleert brede scholen en buitenschoolse opvang.