Om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van mijn stageschool heb ik een daarover een gesprek gehad met mijn stagebegeleidster. Een belangrijk punt van ontwikkeling van de school is het digitaal registreren en verslagen verwerken. In de docentenkamer hoor je daar ook regelmatig gesprekken over. De school werkt sinds dit jaar namelijk HOREB het registratiesysteem voor OGO. Ze heeft me laten zien hoe het allemaal werkt en je kunt er heel goed je logboek en kinderdagboek beschrijvingen in bij houden. Dit wordt dan automatisch aan een leerling en activiteit gekoppeld, zodat ook dat direct in een overzicht ziet.

Echter is het zo dat alle scholen in Amsterdam met Parnassus, een leerlingvolgsysteem dienen te werken. En daar zijn de manier van werken is daar weer anders dan in het HOREB. Hierdoor is er geen overeenkomst in de verschillende manier van het opstellen van documenten. Er wordt in de school nu hard gezocht naar een oplossing voor deze situatie. Ik hoor namelijk ook regelmatig docenten erover klagen of piekeren, dat ze niet goed weten hoe het allemaal precies werkt.

Mijn stagebegeleidster vertelde ook dat ze uiteraard studiedagen organiseren en er nascholing is voor de verschillende clusters. Het is dat zo dat je met je eigen cluster nascholing volgt en dit dan 1 keer per jaar aan je team presenteert. Je laat dan zien wat je gedaan hebt en hoe je ermee verder wil gaan.

Iedere docent dient ook een Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) te maken en dit moet weer aansluiten bij het pop van het cluster en die van het schoolplan. Er zijn ook beoordelingsgesprekken met de adjunct directeur en docenten over de pop en het lesgeven.