2. Kennis
Niveau 1
De student heeft kennis van de basisbehoeften relatie, competentie en autonomie van kinderen.
Hij heeft kennis van culturele en religieuze diversiteit.De student kent de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van het kind. Hij heeft kennis van bestaande vooroordelen, normen en waarden, pestgedrag en verschillende systemen van belonen en straffen.
Ik heb kennis van de basisbehoeften van kinderen
Ieder kind heeft 3 basisbehoeften: relatie, competentie en autonomie. Wanneer een van deze behoeften niet vervuld wordt kan het kind niet optimaal leren. Als docent sta ik achter deze opvatting van Luc Stevens. Wanneer het leren moeizaam gaat bij een leerling kijk ook naar deze 3 behoeften. Wat deze behoeften precies inhouden en hoe je daar als leerkracht mee om kunt gaat beschrijf ik aan op de pagina bewijs basisbehoeften kind.
Ik heb kennis van culturele en religieuze diversiteit
Nederland is een multiculturele samenleving. Ik ben opgegroeid in Amsterdam Zuidoost en heb stage gelopen op verschillende scholen door Amsterdam verspreid. Daar heb ik al veel geleerd over de diveresiteit wat betreft cultuur en religie. Vanwege een andere religieuze of culturele afkomst leeft men volgens anderen normen en waarden en daarmee andere uitgangspunten. Voor mij als docent is belangrijk om hier kennis van te hebben, zodat ik het gedrag van mijn leerlingen beter kan begrijpen. Om mij te verdiepen heb ik het boekje Cultuurbepaalde communicatie van Youssef Azghari bestudeerd. Hiervan heb ik samenvatting gemaakt, waarin de diversiteit van cultuur en religie aan bod komt. Het verslag heb ik ook gebruikt als bewijs materiaal voor competentie 1. interpersoonlijk. Het verslag is te lezen op de pagina Bewijs cultuurbepaalde communicatie.
Ik heb kennis van de sociaal-emotionle en morele ontwikkeling van het kind
Als docent dien je rekening te houden met de ontwikkeling van het kind. Een kleuter is sociaal-emotioneel minder ver ontwikkeld dat een kind van 10 jaar. Het morele besef van leerlingen ontwikkeld zich ook door de jaren heen. Hoe dit proces verloopt heb ik beschreven op de pagina bewijs sociaal-emotionele en morele ontwikkeling. Dit is een samenvatting uit een stuk van Meer dan Onderwijs.
Ik heb kennis van bestaande vooroordelen, normen en waarden en pestgedrag
De normen en waarden die een kind geleerd heeft bepalen het gedrag. Voor mij als docent is het belangrijk om mij ervan bewust te zijn dat er in verschillende culturen verschillende normen en waarden gelden. Om mijn kennis hierover aan te tonen heb ik een samenvatting geschreven van een stuk uit Meer dan onderwijs dat over normen en waarden ging. Dit is te lezen op de pagina bewijs normen en waarden. Volgens mijn normen hoor je elkaar te respecteren en niemand te pesten. Pesten kan de ander veel schade toe brengen. De oorzaken en gevolgen van het pesten beschrijf ik op de pagina bewijs pestgedrag.
Ik ken verschillende systemen van belonen en straffen
Belonen en staffen zijn middelen op kinderen normen en waarden bij te brengen en hun structuur te bieden in regels. Mijn persoonlijke mening is dat je meer aandacht moet besteden aan het belonen van gedrag dan het straffen. Beloning is positief en geeft het kind het gevoel dat het er mag zijn. Hoe je kunt belonen heb ik beschreven op de pagina bewijs belonen. Dit heb geschreven nadat ik pagina 354 t/m 356 uit Meer dan onderwijs had gelezen. Straffen is niet leuk, maar soms nodig om ongewenst gedrag te voorkomen. Tijdens de ALO heb ik voor het vak Pedagogiek gewerkt met het boek Schoolpedagogiek en met een reader. Op basis daarvan heb ik samenvatting gemaakt over straffen. Dit gedeelte is te lezen op de pagina bewijs straffen.
Niveau 2
De student kent verschillende leefwerelden en opvoedingspraktijken van kinderen en de culturele bepaaldheid hiervan. De student heeft kennis van de verschillen in pedagogische houding van de leraar in verschillende onderwijsconcepten.
Ik ken verschillende leefwerelden en opvoedingspraktijken van kinderen en de culturele bepaaldheid hiervan
Ieder kind wordt anders opgevoed. Mijn kennis over de verschillen in het primaire opvoedingsmilieu (het gezin) toon ik aan op de pagina Bewijs Primair Opvoedingsmilieu. Door de verschillende opvoedingstijlen van ouders, achtergrond van de ouders en de verschillende buurten waarin kinderen leven kun je stellen dat kinderen verschillende leefwerelden hebben. Ik heb het boekje Psychologie en de multiculturele samenleving gelezen waarin in wordt gegaan op de verschillen in culturen. Het gedeelte over opvoeding wordt beschreven aan de hand van het bio-ecologisch model van Bronfenbrenner. Hiervan heb ik een samenvatting gemaakt waarmee ik mijn kennis over de verschillende leefwerelden en de culturele bepaalheid daarvan aantoon. Dit is te lezen op de pagina Bewijs Culturele bepaaldheid opvoeding.
Ik ken de verschillen in pedagogische houding van de leraar in verschillende onderwijsconcepten
De uitgangspunten van de verschillende onderwijsconcepten kunnen anders zijn. Als leerkracht ben ik mij ervan bewust dat dit ook een andere houding van mij als leerkracht vraagt. Welke verschillende houdingen je ziet bij de verschillende onderwijstypen heb ik in een overzicht weergegeven op de pagina bewijs verschillen pedagogische houding leerkracht. Er zijn veel verschillen te zien tussen bijvoorbeeld het Montessori onderwijs en het OGO onderwijs. Ik heb deze en Jenaplan en Freinet verder uitgewerkt en beschreven welke taken je hebt als leerkracht in de verschillende onderwijstypen. Dit verslag is te vinden op de pagina bewijs verschillen rol leerkracht.
Niveau 3
De student kent processen van identiteitsvorming en waardenontwikkeling bij het kind en de culturele bepaaldheid hiervan. De student is bekend met ontwikkelings- en opvoedingstheorieën.
Ik ken processen van identiteitsvorming en waardenontwikkeling bij het kind en de culturele bepaaldheid hiervan
Als kinderen op school komen hebben ze al van huis uit een aantal normen en waarden meegekregen. De vorming van identiteit en ontwikkeling van waarden vindt voor een gedeelte plaats op school. Op welke manier kinderen beïnvloed worden op school beschrijf ik op de pagina bewijs identiteisvorming en waardenontwikkeling. Bij competentie 2 kennis niveau 2 heb ik eerder al de culturele bepaaldheid van opvoeding bestudeerd. De punten die daarin beschreven staan zijn uiteraard ook bepalend voor de identiteitsvorming en waardenontwikkeling. De culturele verschillen in opvoeding zijn te lezen op de pagina bewijs culturele bepaaldheid opvoeding.
Ik heb kennis van ontwikkelings- en opvoedingstheoriën
Op de ALO heb ik bij het vak Pedagogiek veel geleerd over ontwikkelingstheoriën. Voor het tentamen hierover heb ik een samenvatting gemaakt van het boek Schoolpedagogiek, de reader en de behandelde onderwerpen in de lessen. Hierin toon ik mijn kennis aan over verschillende theoriën, ik heb verschillende onderwerpen beschreven:
- Naturalistische opvatting
- Idealistische opvatting
- Convergentieleer
- Materialische opvatting
- Refrompedagoen en hun opvatttingen
- Ontwikkelingspsychologie
- Ontwikkeling van het (morele) denken van Piaget en Kohlberg
- Psychogoanalytische ontwikkeling
Bij het vak pedagogiek heb ik ook geleerd over wat men verstaat over opvoeding en daar over gedacht wordt. Het stuk hierover wat ik toen geschreven heb is te lezen op de pagina Bewijs Opvoedingstheoriën.
Maak jouw eigen website met JouwWeb