1. Kennis

Niveau 1

De student kent de theorie van de basiscommunicatie.
De student heeft kennis van basale (inter)culturele omgangsvormen.
De student kent de kenmerken van een aantal leiderschapsstijlen.

 

Ik ken de theorie van de basiscommuncatie
Alles is communicatie, we zijn dus constant in interactie met de omgeving. Als leerkracht ben je voortdurend bezig met communicatie en is het van belang dat je theoretische kennis hebt van communicatie. Tijdens mijn stagebezoek viel mij op dat mijn communicatie soms niet duidelijk was naar de leerlingen. Vervolgens heb ik het boekje Wat bedoelt u? van F. Schulz von Thun gelezen en de reader over basiscommunicatie van pedagogiek en de pabo bestudeerd. De samenvatting die ik daarvan gemaakt heb is te lezen op de pagina Bewijs basiscommunicatie. Hierdoor ben ik mij meer bewust van de communicatie en kan ik dit toepassen tijdens de lessen. 

 

Ik heb kennis van basale (inter)culture omgangsvormen
Iedere cultuur heeft zijn eigen waarden en normen en hanteert andere omgangsvormen. Als docent ben ik mij hiervan bewust en kan gedrag begrijpen van kinderen die van huis een andere culturele achtergrond hebben. Om mij te verdiepen heb ik het boekje Cultuurbepaalde communicatie van Youssef Azghari bestudeerd. Hiervan heb ik samenvatting gemaakt, waarin mijn kennis over culturele omgangsvormen bewijs. Het verslag is te lezen op de pagina Bewijs cultuurbepaalde communicatie.
 

Ik ken de theorie van de Roos van Leary en gedragsbeinvloeding
Op ALO heb ik geleerd over de verschillende stijlen van lesgeven en over communicatie. Hierdoor is mijn lesgeefgedrag veranderd. Dit gebeurde vooral nadat ik kennis had over de theorie van de Roos van Leary. Deze theorie leert mij dat mijn gedrag altijd een bepaald gedrag bij anderen oproept. Door mijn gedrag aan te passen kan ik dus ook het gedrag van de groep beinvloeden. Ik heb geleerd om Boven-Tegen gedrag om te veranderen in Boven-Samen gedrag, waardoor ik beter ben gaan lesgeven. Dit heb ik beschreven in een eerdere competentie beschrijving op 01-11-2010 voor het 1e asessment.

 

Ik ken verschillende leiderschapsstijlen
De stijl van leiding geven is van grote invloed op de mate waarin kinderen of collega’s zich gerespecteerd voelen, mede verantwoordelijkheid willen dragen, mee gaan zoeken naar oplossingen enzovoorts. Er zijn stijlen van leidinggeven die dit bevorderen en stijlen die dit ontmoedigen. Door mijn kennis over leiderschapsstijlen ben ik mij bewust van mijn lesgeefgedrag en de invloed daarvan op de groep. Tijdens mijn stages voor de ALO had ik in een begin een meer autoritaire stijl van lesgeven en gaf docent gestuurd les. Nu weet ik hoe ik door in een andere stijl les te geven een groep kan beinvloeden. Nu geef ik gezamenlijk gestuurd les en geef ik meer ruimte aan de leerlingen, waardoor er een betere sfeer tussen mij en de groep is.


Niveau 2 

De student kent veel voorkomende culturele kenmerken van gedrag. Hij kent diverse interactie- en communicatie patronen. Hij heeft kennis van de principes van groepsdynamica.


Ik ken veel voorkomende culturele kenmerken van gedrag
Iedere cultuur heeft zijn eigen waarden en normen en hanteert andere omgangsvormen. Deze culturele kenmerken bepalen het gedrag. Als docent ben ik mij hiervan bewust en kan gedrag begrijpen van kinderen die van huis een andere culturele achtergrond hebben. Om mij te verdiepen heb ik het boekje Cultuurbepaalde communicatie van Youssef Azghari bestudeerd. Hiervan heb ik samenvatting gemaakt, waarin mijn kennis over culturele omgangsvormen bewijs. Het verslag is te lezen op de pagina Bewijs cultuurbepaalde communicatie. Hiermee toon ik mijn kennis van culturele omgangsvormen (niveau 1) en culturele kenmerken aan (niveau 2).

 

Ik ken diverse interactie en communicatiepatronen
Alles is communicatie. In de communicatie zijn er ook aantal patronen te onderscheiden: de complementaire, symmetrische en flexibele patronen. Wat dit precies inhoud toon ik aan op de pagina bewijs communicatiepatronen. De theorie wordt ook toegelicht met een voorbeeld.

 

Ik ken de principes van groepsdynamica
Iedere groep doorloopt dezelfde groepsfasen en heeft een aantal verschillende rollen die de groepsleden vertonen. Een groep kan positief of negatief zijn, als docent is het erg belangrijk om ervoor te zorgen dat de groep positief is. Naar aanleiding van de 2e bijeenkomst pedagogiek op de pabo heb ik een verslag hierover gemaakt. Daarbij heb ik ondersteuning gehad van de pp van Miriam Klamer, docent pedagogiek op de pabo. Mijn verslag is te lezen op de pagina bewijs Groepsdynamica.

 

Niveau 3

De student heeft kennis van de wijze waarop hij interactie- en communicatiepatronen en groepsdynamica kan beïnvloeden. Hij weet dat verschillende interculturele groepsamenstellingen van invloed kunnen zijn op interactiepatronen in de groep.


Ik heb kennis van de wijze waarop ik interactie- en communicatiepatronen en groepsdynamica kan beïnvloeden
Bij Kennis niveau 1 en 2 heb ik mijn kennis over communicatie, leiderschap en interactie aangetoond. Als leraar is het belangrijk om te weten hoe je de communicatie in de klas beïnvloeden en welke rol je als leraar daarin speelt. Wanneer er sprake is van communicatie beïnvloed je elkaar continu. Met het Thema Gecentreerde Interactie model ben ik mij bewust geworden van mijn rol in de interactie. Dit model is ontwikkeld door de Duitse psychologe/filosfe Ruth. C. Cohn (1912). Op de pagina bewijs interactie beïnvloeden is beschreven hoe dit theoretische model werkt.

Het TGI model is nog heel theoretisch. Om nog meer te weten over wat ik in de klas concreet moet doen om de groepsdynamiek te beïnvloeden heb ik het boek Grip op de Groep van René van Engelen gelezen. Wat ik uit het boekje haal en wat voor mij als startend docent belangrijk is beschrijf ik op de pagina bewijs grip op de groep.


Ik weet dat verschillende interculturele groepssamenstellingen van invloed kunnen zijn op de interactiepatronen
In iedere groep is de interactie anders, omdat er andere groepsleden zijn. Ieder groepslid heeft zijn eigen karakter en culturele achtergrond en oefent daarmee invloed uit op de interactie van de groep. Bij interculturele groepen wordt snel gedacht aan groepen met verschillende etnische afkomsten. Voor mij betekent intercultureel dat niet alleen, ook een kind uit dorp kent een andere cultuur dan een kind dat opgroeit in het centrum van Amsterdam. In het stuk Interculturele communicatie van W. Shadid wordt via een theoretische onderbouwing de interculturele communicatie beschreven. Een aantal punten daaruit zijn voor mij als docent erg belangrijk. Deze punten beschrijf ik op de pagina bewijs interculturele interactie.
Als docent houd ik rekening met de de culturele verschillen in een groep. Daarbij is het voor mij belangrijk om niet 'in hokjes' te denken, maar juist open te staan voor de onderlinge verschillen. Door dit bespreekbaar te maken kan ik met de groep een goede interactie tot stand brengen en een positief pedagogisch klimaat creëren, waarbij elkaars verschillen gerespecteerd worden.

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb