Videobegeleiding 07-03-2011

Evaluatie van de videobeelden

Naam: Joyce Hidding

Groep: 1/2

 

1e opname

Datum: 07-03-2011

 

 

 

Dit was mijn leervraag; dit waren mijn werkpunten voor deze videobeelden:

1e opname: Mijn persoonlijke leerdoel voor deze les was: Ik zorg ervoor dat ik een specifieke uitleg geef waarbij ik elke stapje concreet benoem. Bij deze videobeelden let ik vooral op wat ik doe en zeg en het effect daarvan op de leerlingen.

 

 

 

1e opname

Tijd:

Over deze beelden ben ik tevreden:

Tijd:

Over deze beelden ben ik minder tevreden:

0.03 – 0.10
0.52 – 1.06
12.37- 12.43

02.54- 03.50

04.26- 05.00

 

 

05.18- 05.45

17.51-18.08

 

06.00- 06.35

 

 

 

17.20-17.50

 

 

 

 

18.10- 19.10

Ik reageer op leerlingen die ‘storend gedrag’ vertonen.
Dit doe ik op een duidelijke wijze; de leerlingen reageren er op.

 

Ik gebruik voorbeelden en zorg hiervoor dat de kinderen betrokken zijn bij de les. Ik heb materiaal meegenomen en laat de handeling bij de verwerkingsopdracht zien.

Ik benoem concreet wat de leerlingen gaan doen en bied hen daarmee structuur. Dit ondersteun ik met gebaren.

 

Ik benoem concreet wat de leerlingen aan elkaar kunnen vragen. Het resultaat hiervan is dat zij in gesprek gaan met elkaar.

 

Ik controleer of de leerlingen de verwerking goed is uitgevoerd. Leerling A kan navertellen wat Leerling B heeft verteld. Leerling B bevestigd het verhaal.
Ik complimenteer Leerling A. “Dan heb je goed geluisterd.”

 

Ik geef individuele begeleiding. Ik zie dat 1 leerling niet direct aan de slag gaat. “Waar had je de bloembollen gezien?” “Wat zag je nog meer in die winkel?”
Na het gesprek vraag ik: “Kun je dat nu hier op het papiertje tekenen? “Zullen we het eens proberen”.

Leerling: “Oké.”

0.00 - 0.30


03.51-04.20

 

 

 

 

05.45-05.52

 

 

 

 

 

16.00-16.08

Bij de start zie ik dat ik gespannen ben. Ik wiebel/draai met mijn stoel.

 

Ik wijk af van het lesdoel. Ik laat een leerling een woord lezen, dit zorgt ervoor dat we van de kern van de les afwijken. Daarbij konden een aantal kinderen het woord niet meelezen.

 

Ik constateer dat een aantal moeilijk op gang komt. Ik reageer daar klassikaal op. Liever had ik gezien dat ik gedifferentieerd/individueel had gedaan. Je ziet namelijk dat het meisje links met de roze trui zich wel naar haar maatje draait en een gesprek aan wilt gaan.

 

Na de uitleg van de volgende opdracht reageer het meisje met de trui erop. Zij wilt haar verhaal aan mij vertellen. Ik wil hier eigenlijk niet op in gaan “ik kom zo bij je”. Toch blijf ik luisteren naar haar verhaal. Ik zou liever gezien hebben dat ik haar verwijs naar haar maatje. “Ik merk dat je er al veel over weet, dit mag je vertellen aan je maatje.”

 

 

 

 

 

Dit waren leervragen, aandachtspunten en afspraken die naar voren kwamen tijdens de nabespreking van de videobeelden:

1ste opname: Een belangrijk punt wat tijdens de nabespreking naar voren kwam was dat ik er meer van bewust kan zijn dat je als docent verschillende rollen inneemt. Daarbij is het voor mijzelf prettig als ik daarbij denk aan met welk doel ik handelingen doe die bij een bepaalde rol passen. Zo wordt ik mij meer bewust van wat ik doe en waarom.
Tijdens de les heb ik ook een aantal momenten gezien waarbij ik afweek van mijn lesdoel. Ik heb kinderen gevraagd om te lezen wat er stond op het papiertje. Dit hoorde niet bij het lesdoel. Tijdens de nabespreking was mij dit pas opgevallen. Nu ben ik er meer van bewust om goed mijn doelen in de gaten te houden en geen activiteiten erbij te doen die op dat moment er niet bij passen.

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb