Bewijs Wet- en regelgeving primair onderwijs

Als docent ben ik op de hoogte van de kerndoelen van het primair onderwijs.
Ik begrijp de kerndoelen, kan ze toepassen in het onderwijs en de kerndoelen uitleggen aan de hand van de kerndoelenkaart.

De kerndoelen komen voort uit regelgeving van het Ministerie van Onderwijs. Ik heb mij verdiept in het de wet-regelgeving primair onderwijs en heb daarover en stuk geschreven:

De Wet op het Basisonderwijs (WBO) van 1985 onderscheidde 3 kernfuncties:

  • Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.
  • Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling en op het ontwikkelen van creativiteit, op het verwerven van noodzakelijke kennis van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden.
  • Het onderwijs gaat er mede vanuit dat leerlingen opgroeien in een multiculturele samenleving.

 

In de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) van 1998 kwam er een aantal kernfuncties bij met een duidelijke accentverschuiving naar de afstemming van het onderwijs op elke afzonderlijke leerlingen. Na 1998 moet het onderwijs inspelen op de verschillen tussen leerlingen wat betreft de sociaal-culturele achtergrond, de reeds aanwezige competenties en de interesses. Nog een aantal bepalingen:

  • Leerlingen die extra zorg nodig hebben, krijgen individuele begeleiding.
  • Speciale scholen voor basisonderwijs moeten ernaar streven de leerlingen zo mogelijk te brengen tot het volgen van onderwijs in reguliere basisscholen of scholen voor voortgezet onderwijs.
  • De scholen voorzien in een voortgangsregistratie voor leerlingen die extra zorg behoeven.
  • Het onderwijs is zodanig ingericht dat:
    • De leerlingen in de eerste vier schooljaren ten minste 3520 uren onderwijs en in de laatste vier schooljaren ten minste 4000 uren onderwijs ontvangen
    • De leerlingen beginsel binnen een tijdvak van acht aaneensluitende jaren de school kunnen doorlopen
    • De leerlingen per dat ten hoogste 5,5 uur onderwijs ontvangen, waarbij een evenwichtige verdeling van de activiteiten in acht wordt genomen, tenzij afwijking van dit maximale aantal van belang is in verband met activiteiten in het kader van het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden.

 

In een wet wordt aangegeven wat men in een samenleving van belang acht, wat men denkt dat kinderen later nodig hebben. Wetten zijn aan verandering onderhevig, omdat elke tijd eigen prioriteiten vraagt. Artikel 9 van de WPO gaat in op de inhoud van het onderwijs:

  • Het onderwijs omvat waar mogelijk in samenhang:
    • Zintuiglijke en lichamelijke oefening
    • Nederlandse taal
    • Rekenen en wiskunde
    • Engelse taal
    • Enkele kennisgebieden
    • Expressie-activiteiten
    • Bevordering van sociale redzaamheid, waaronder gedrag in het verkeer
    • Bevordering van gezond gedrag

 

  • Bij kennisgebieden wordt in elk geval aandacht besteed aan:
    • Aardrijkskunde
    • Geschiedenis
    • De natuur, waaronder biologie
    • Maatschappelijke verhoudingen, waaronder staatsinrichting
    • Geestelijke stromingen
  • Bij de expressie-activiteiten wordt in elk geval aandacht besteed aan de bevordering van het taalgebruik, tekenen, muziek, handvaardigheid, spel en beweging
  • Op scholen in de provincie Friesland wordt tevens onderwijs gegeven in de Friese taal, tenzij Gedeputeerde Staten op verzoek van het bevoegd gezag ontheffing van deze verplichting hebben verleend.
  • Ten aanzien van de onderwijsactiviteiten worden kerndoelen vastgesteld.
  • Voor de school geldt de eis dat zij tenminste de kerndoelen bij haar onderwijsactiviteiten als aan het eind van de basisschool te bereiken doelstellingen hanteert. Kerndoelen geven een beschrijving van de kwaliteiten van leerlingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden.

 

Het Ministerie van Onderwijs heeft in het rapport ‘Grenzeloos leren’ een streefbeeld voor 2010 geformuleerd. Daarin staat dat het basisonderwijs de basis legt voor uitgangspunten die in Europa besproken zijn. Het onderwijs heeft als doelstellingen:

  • Talenten van leerlingen ontdekken, tot ontplooiing brengen en benutten;
  • Leerlingen voorbereiden op goed burgerschap en maatschappelijke participatie; kennis, vaardigheden, waarden en normen, culturele bagage en sociaal gedrag.

 

Het bovenstaande stuk is gebaseerd op pagina 178 t/m 180 van Meer dan onderwijs. Overige wetten op het onderwijs zijn te vinden op de pagina:

http://wetten.overheid.nl/BWBR0003420/HoofdstukI/TitelI/geldigheidsdatum_24-04-2011