Bewijs Straffen

Kohnstamm: “Middel om het kind wakker te roepen en een schuldgevoel te geven, daarom mag alleen de opvoeder straffen die het kind liefheeft. Na de straf moet het kind wel weer weten dat alles weer goed is.”

Oldewelt: “Niet straffen is niet hetzelfde als toelaten, dus straffen is niet nodig.”

 -          Natuurlijke straftheorie = de opvoeder hoeft geen leed aan te brengen, want het kwaad straft zichzelf

 Opvoedingsmiddelen: straf/belonen, gebod/verbod, voorbeeld geven, aanmoedigen/afremmen, uitleggen & aanwijzen, enz.

 

De straf: is een handeling, waardoor wij bewust en opzettelijk leed aandoen aan een meestal lichamelijk en altijd geestelijk zwakkere, aan onze zorgen opgedragen en aan onze bescherming toevertrouwde medemens, en wel met de bedoeling dat hij dat leed ook voelen zal.

  • Straf moet de opvoedeling iets leren kennen en iets leren doen, namelijk het goede.
  • Straf mag nooit vernederend zijn. Alleen degene die het kind op een of andere wijze liefheeft (op zijn minst in contact met het kind is en van zijn kant zijn volle inzet toont) mag iemand straffen. De straffer is dus in liefde verbonden met de straffeling.
  • In de praktijk moet de opvoeder weten te vergeven en de berouwvolle opvoedeling weer tot verzoening met zijn wereld weten te brengen, ook al is voor de opvoeder met die straf de zaak niet uit.
  • Degene die straft voelt ook zelf leed om het noodzakelijke leed, dat hij de opvoedeling aandoet.
  • Een opvoedeling wil het na het gestraft worden weer goed maken, hiertoe heeft het een aanschouwelijk teken van een ander nodig.

 De strafarme opvoeding rijk aan bemoediging, rijk aan goed voorbeeld-tot-mede-beleven, levert de beste resultaten.

 

Verbeteringstheorie: Er wordt gestraft om hetgeen op te heffen.
Beveiligingstheorie: Er wordt gestraft om de gemeenschap te beschermen tegen misdrijven.
Schadevergoedingstheorie: Er moet een door het misdrijf veroorzaakte schade vergoed worden.
Afschrikkingstheorie: Er wordt gestraft om hetgeen af te schrikken van dergelijke daden.

  • De afschrikkingstheorie ziet aan diegene die opgevoed wordt, van de uitwerking van zijn daden al zo geschrokken kan zijn, dat hij voorgoed van dergelijke daden afgeschrikt is.

 

De zin van het leed: is dat het door de mens vermeden wordt en er dus vanuit het negatieve door opgevoed wordt.

Door de natuurlijke straf (de rotgevolgen na zijn daden) leert de opvoedeling niet goed van kwaad scheiden, maar voordelig van hinderlijk.

 

Er bestaat ook een leed waardoor de straffeling op zichzelf teruggeworpen wordt.

-          Leed om tijdelijke uitwijzing uit de genegenheid van de opvoeders.

-          Leed om de aantasting van de zelfwaardering.

 

Meer dan onderwijs, pagina 357;
Straf veroorzaakt bijna altijd een spanning in de relatie tussen de opvoeder/leraar en leerling. Ga er dus spaarzaam mee om! Geef als opvoeder ook eerlijk aan dat je straffen niet leuk vindt, dat het je moeilijk af gaat. Wees daarin authentiek. Als je moet straffen, gebruik dan de volgende op ervaring gebaseerde regels:

  • Blijf rustig en beheerst. Een professionele opvoeder gebruikt een opvoedingsmiddel bewust en met het oog op een doel.
  • Geef onmiddellijk na de overtreding de straf.
  • Vertel duidelijk waarom je straft, welke afspraak er overtreden is.
  • Geef aan hoe lang de straf duurt.
  • Straf in overeenstemming met de overtreding
  • Maak een afspraak over het gesprek dat je wilt gaan voeren.
  • Heb aandacht voor het herstel van de relatie.