Bewijs Essay: Samenwerken

Een stuk over samenwerken uit mijn essay: ‘Visie op bewegen’ geschreven op 19-08-2009

 

2.3. Sociale-emotionele ontwikkeling 

Hoe leerlingen met elkaar omgaan vind ik uiteindelijk belangrijker dan hoe het motorische niveau van een leerling is. Voor latere deelname in de bewegingscultuur en maatschappij is het leren omgaan en samen werken met elkaar nodig. ‘Samenwerkingsstructuren dwingen leerlingen tot doelgerichte interactie met anderen, wat resulteert in een grotere betrokkenheid bij het lesgebeuren en positieve leereffecten op zowel bewegings- als persoonsgebonden vlak.’[1] 

 

2.3.1 Samenwerken 

In mijn lessen besteed ik daarom aandacht aan samenwerken. Dit laat ik naar voren komen door lesopdrachten te geven waarbij er op een bepaalde manier samengewerkt moet worden.  

Voor mij zijn er veel verschillende manieren van samenwerken, ik merkte dat ik veel van samenwerken gebruikt maak, ook al is dat niet altijd het doel van de les. Denk bijvoorbeeld aan balspelen, tikspelen, judo, maar ook bij het helpen/vangen van elkaar bij turnen wordt er beroep op het samenwerken van de leerlingen gedaan. Lichamelijke Opvoeding en samenwerken kan ik niet los van elkaar zien. ‘Leerlingen bewegen met elkaar en tegen elkaar, waarbij het gaat om samen werken en samenwerken teneinde met en van elkaar te leren.’[2] 

 

Behalve het ontwikkelen van de individuele kwaliteiten van leerlingen vind ik het belangrijk dat leerlingen leren om met elkaar een doel te bereiken en daarbij elkaars kwaliteiten leren te gebruiken. 

‘Het bevorderen van uniciteit en gezamenlijkheid is cruciaal voor het bewegingsgeluk van onze leerlingen en uiteindelijk ook voor de samenleving.’[3] 

Dit kun je ook weer op verschillende manieren in je lessen toepassen. Op mijn stageschool moesten leerlingen vanaf de 3e klas een warming up aan hun eigen klas geven en in hogere klas zelfs een les verzorgen. Dit gebeurde in drietallen en later in tweetallen. Behalve dat leerlingen bewuster worden van het vak leren zij ook hoe het is om samen iets te moeten voorbereiden en uit te voeren.  

Hierbij was de keuze van het onderwerp vrij, ze konden dus hun eigen kwaliteiten op het gebied van sport ook gebruiken. Zelf heb ik het samenwerken bij een lessenreeks acrogym voor de brugklas naar voren laten komen. In twee-, drie- en viertallen hebben zij verschillende vormen gemaakt. Hierbij mochten zij telkens zelf bepalen met wie zij dit deden en wie welke functie had. Zo werden zij bewust van hun lichaam en het lichaam van de ander en hoe je elkaar helpt om samen een vorm uit het acrogym te kunnen maken. Tijdens de lessenreeks heb ik de leerlingen ook vrij gelaten om zelf vormen te bedenken of te kiezen uit vormen vanaf een kijkwijzer. Zo leerden zij ook te overleggen en na te denken over hoe zij de vorm konden uitvoeren.[4] 

 

2.3.2 Omgaan met winst en verlies 

Wat voor mij ook belangrijk is op het sociaal-emotionele gebied is het leren omgaan met winst en verlies tijdens bewegen. Er zijn leerlingen die zeer fanatiek zijn en altijd willen winnen, een goede eigenschap mits binnen bepaalde grenzen. Het volgen van de regels van het spel staat voorop, daarbij moeten zij leren accepteren dat er maar één kan winnen en wanneer de ander wint hem/haar ook in zijn waarde laat. Om te kunnen winnen moet je naar mijn idee ook leren te verliezen.’Het gaat erom dat je al bewegend en sportend leert inzien wat de waarde is van die activiteiten en dat je in die activiteiten je waarde kunt behouden. Dat je plezier hebt in het spel en dat leert waarderen. Dat je durft te ervaren dat je er zin in hebt en daarin de waarde van het bewegen ontdekt.’[5]  

 

2.3.3 Beleving 

Plezier hebben in het spel is misschien wel het allerbelangrijkste om tot een succes te komen. Naar mijn idee wordt er meer geleerd als de beleving goed is en zal je het beste leerresultaat krijgen. De meeste leerlingen beleven over het algemeen plezier aan bewegen en dat zorgt vaak voor een blijvende deelname aan de bewegingscultuur. Echter zijn er natuurlijk ook leerlingen bij wie dit niet het geval is. Eerder heb ik genoemd dat iedereen anders is en er altijd leerlingen zullen zijn die weinig tot geen plezier aan bewegen of sport beleven. Om hen op een andere manier bij het vak te betrekken kun je werken met vakintegratie. Hierbij gaat het erom de leerlingen opdrachten/projecten te laten doen die vakoverstijgend zijn. Een voorbeeld: leerling te laten onderzoeken welke spieren er in je benen zitten voor het vak Biologie en vervolgens deze spieren te laten trainen in de gymles.  

‘Er zijn leerlingen die fietsen, lopen, zwemmen, schaatsen misschien niet leuk vinden als zij het moeten doen als wedstrijd of spelletje. Maar als zij er ervaringsgegevens uit kunnen halen of metingen waarmee zij berekeningen moeten doen wordt het voor hen soms wel interessant. Hierdoor kan via een omweg waardering voor bewegen en sport ontstaan.’[6]  

 

Het blijft echter wel de vraag of leerlingen door bijdrage van de andere vakken ook meer in beweging komen en later blijven deelnemen aan de bewegingscultuur. Toch zal ik in mijn lessen veel verschillende manieren toepassen om iedere leerling te stimuleren om te blijven bewegen. Niet geschoten is altijd mis, dus waarom zou je die leerlingen die door vakintegratie meer interesse en waardering voor bewegen en sport krijgen, de kans op meer bewegen niet geven? En behalve dat zal iedere leerling van deze lessen nieuwe dingen leren en andere inzichten krijgen over bewegen. Voor mij is leren bewegen niet alleen maar actief, ik vind het ook belangrijk dat leerlingen stilstaan bij bewegen en er over nadenken.  

Zo heb ik bijvoorbeeld met een 4havo klas een fitnesscircuit gedaan en na afloop mochten zij vertellen hoe zij dit deze ervaren hadden. Aangezien zij de eersten waren die mijn gemaakte circuit uitvoerden was ik benieuwd hoe het hen was bevallen. Zij moesten onder andere nadenken over de intensiteit en de afwisseling van uithoudings- en kracht oefeningen. De leerlingen waren positief over het circuit, maar het bleek ook dat er een aantal krachtoefeningen achter elkaar zaten die zij als (te) zwaar ervaren hadden. Door deze les hebben zij bewogen en stilgestaan over wat er met hun lichaam gebeurde tijdens het bewegen. Ik heb door deze les feedback over het fitnesscircuit gekregen en kon deze aanpassen.[7]  

 

 

Het totale essay is te vinden onder de pagina motivatie en visie, onder Home. 

 


[1] Iserbyt, P. (2007) ‘Samenwerken als doel en al middel om te leren’, Lichamelijke opvoeding in een krachtige leeromgeving  

[2] Kolman, R. (2003) Actief leren bewegen Didactiek en praktijk,  H. 3 pag. 37

[3] Heij, P. (2008) ‘Verantwoord bewegingsonderwijs’, Lichamelijke Opvoeding, 96, 16-19 

[4] Hidding, J. (2009) Lessenreeks Acrogym 1e klas 14-04-2009, bijlage pagina 24 t/m 28

[5] Bax, H. en Heuvel van den, A. (2005) Ethiek in Beweging. Bewegen en ethiek in onderwijs, sport en gezondheidssector, H. 8 pag. 150 

[6] Massink, M. (2007) ‘LO verdwaald in leergebieden…zoektocht naar een uitweg!’, Lichamelijke Opvoeding 95,6-9 

[7] Hidding, J. (2009) Fitnessformulier 21-04-2009, bijlage pagina 29 t/m 30

Maak jouw eigen website met JouwWeb